gototopgototop
RivierenAfdrukken

Algemene informatie over de Maas

De Maas is een rivier in West-Europa, in Nederland de Zuidelijkste van de Grote Rivieren. Haar lengte bedraagt ca 925 km. Zij wordt gevoed door regenwater, waardoor de waterafvoer tamelijk sterk kan variëren. De rivier stroomt door drie landen: Frankrijk, België en Nederland.

 

Het lopen van de Maas

"Moeder Maas" ontspringt in Frankrijk op het Plateau van Langres (een belangrijke waterscheiding: de bronnen van de Seine en de Marne liggen hier ook). De rivier doorkruist Lotharingen in noordelijke richting en passeert de steden Verdun en Sedan, vanaf waar ze bevaarbaar is. Ten zuiden van Dinant passeert ze de grens met België. De Maas buigt bij Namen (samenvloeiing met de Samber) af naar het oosten en bereikt via Andenne en Hoei (Huy) de grootste stedelijke concentratie aan haar loop: Luik en omgeving. Voorbij dit industriegebied buigt de Maas af naar het noorden om voorbij Visé de Nederlandse grens te bereiken. Bij Eijsden is de Maas even grensrivier, maar bij Maastricht heeft de Maas Nederlands grondgebied aan weerszijden. Maastricht ligt op beide oevers, maar de oude stadskern bevindt zich op de linker.

Tussen Borgharen en Wessem vormt de Maas de grens tussen Nederland en België, tevens die tussen de provincies Nederlands Limburg en Belgisch Limburg. Het bochtige Limburgse traject wordt voor de scheepvaart afgesneden door het Julianakanaal aan de oostkant. Voorbij Wessem ligt de Maas geheel op Nederlands grondgebied: er volgt een traject waarlangs ten gevolge van de grindwinning een groot aantal meren liggen. Grootste stad is hier Roermond, op de rechteroever.

Het Maastraject volgt vervolgens min of meer de grens met Duitsland, die de rivier tot op enkele kilometers nadert. Hier ligt Venlo, na Maastricht de grootste Nederlandse stad aan de Maas. Iets noordelijker, vanaf Vierlingsbeek, gaat de Maas de grens met Noord-Brabant vormen, en vanaf Mook ligt niet Limburg, maar Gelderland op de rechteroever. De rivier maakt hier een zeer ruime bocht naar links. Grote steden liggen hier niet, wel een aantal kleine oude vestingstadjes: Grave, Ravenstein, Megen en Heusden.

Bij Heusden splitst de Maas zich in tweeën: de Afgedamde Maas (nog steeds de Brabants-Gelderse provinciegrens) vormde ooit de verbinding met de Merwede en daarmee met de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg resp. de Oude Maas. Tegenwoordig stroomt het Maaswater vanaf Heusden in westelijke richting via de Bergse Maas en de Amer naar het Hollands Diep, een voormalige zeearm.

 

Flora en fauna van de Maas

De maas stroomt door een van nederlands mooiste en rustigste gebieden, weilanden wisselen zich af met polders en natuurlijk in limburg de heuvels. Langs de maas vind je een prachtige flora, veel verschillende planten kom je tegen. In dit hoofdstuk wil ik me meer richten op de zaken die je in de maas kunt tegenkomen.

 

Waterplanten

In de zomer staan sommige gedeelte's van de maas bomvol met wier, meestal is dit wier te vinden tussen kribben en op ondiepe stukken. Tijdens mijn eerste sessie, had ik een pracht stek gevonden aan de rand van een mooi wierbed. De sessie een week later leerde mij dat het wier zo snel groeit, dat ik mijn stek nooit meer terug kon vinden. Het wier lijkt een beetje op draadalg die je ook in tuinvijvers tegenkomt. Gelukkig is het wier op sommige stekken niet heel erg dicht, zodat je met wat foam of PVA op je rig al een heel eind komt, meestal gooi ik meerdere keren in, zodat ik zeker weet, dat ik op een schone plek vis. Ik voer dan ook altijd een gedeelte in het wierbed, omdat de karper zich hier graag ophoudt.

 

Natuurlijk voedsel

Karpers op de rivier zijn kompleet onafhankelijk van het voer en aas, dat wij aanbieden. De vis heeft van jongs af aan geleerd zijn eigen portie bij elkaar te rapen. Dat geeft gelijk aan waarom je de vis niet lang op je stek kunt houden. De vis passeert een voedselrijk gebied, eet hier, en zwemt verder. Wat hoog op de ranglijst van de karper staat is de alom bekende Mossel. Vis je op en in de buurt van een mosselbank, dan kun je er bijna vanuit gaan dat er vis in de buurt ligt. Verder doet de karper zich goed aan kleine waterdiertjes, zoals torren, kevers, larven en slakken

 

Werking van de mossel

Zoetwatermosselen lingegraven in de bodem van stilstaand of langzaamstromend water zoals sloten, plassen en weteringen. Ze filteren voedsel (algen) uit het water dat ze door hun kieuwen pompen. Een mossel zie je niet snel zitten in het water, ze verstoppen zich goed. Vaak steekt alleen hun ademhalingsbuis boven de bodem uit. Mosselen verstoppen zich zo goed omdat ze anders snel opgegeten worden door dieren als meerkoeten en kuifeenden en vissen . Een mossel krijgt heel veel jongen. Aan het eind van de zomer worden duizenden eieren gelegd, die in het voorjaar uitkomen. In de winter groeien eitjes in de schelp van moedermossel uit to larfjes. In het voorjaar komen de larfjes uit en liften mee met vissen. Na ongeveer vier weken laten ze de vis los en zakken naar de bodem om aldaar uit te groeien tot een volwassen mossel van wel 10 cm (schildersmossel) of 20 cm (zwanenmossel). Omdat mosselen zoveel water filteren om aan de kost te komen leveren ze een belangrijke bijdrage aan de waterkwaliteit.

 

mossel

 

De Mossel.

Krabben en kreeftjes

Tegenwoordig hoor je steeds meer berichten van wolhandkrabben, het lijkt een ware invasie te zijn. Gelukkig hebben we er op het stuk maas waar wij vissen nog geen last van. De krabben laten tot grote ergernis van de visser niets over van je aas en je rig, alles word gesloopt en meestal krijg je enkele piepen van je optonic. Bij binnenhalen blijk vervolgens alles weg te zijn! Dan heb je ook nog de zoetwaterkreeft. Hier heb je iets minder last van. Nuttige dieren zijn het wel, zij houden de bodem schoon. Een karper zal ook zeker dit lekkere maaltje niet laten lopen als hij de kans krijgt.

 

krabbetje zoetwaterkreeft

Krabben en kreeftjes.

Met dank aan: Erik Snijders en Addy Brinkman

comments