| De karper |  |
De echte originele karper wordt aangeduid met de naam gewone of schubkarper (Cyprinus carpio). De karper stamt oorspronkelijk uit Midden-Azië. Voornamelijk waren het de Chinezen die voor de verspreiding van de karper zorgden. Twee zeer duidelijk te onderscheiden variëteiten hiervan zijn de spiegelkarper en de lederkarper. Deze twee variëteiten en kruisingen ervan worden gewoonlijk aangeduid met de naam edelkarper. In Oost-Europa, waar men de karper zeer om zijn culinaire kwaliteiten weet te waarderen, is men met de kweek van deze snelgroeiende en goed in het vlees zittende variëteiten begonnen. De edelkarper groeit sneller en wordt groter dan zijn wilde soortgenoot de schubkarper. We kennen in vijf soorten karpers welke allen oorspronkelijk van dezelfde karpersoort afstammen, namelijk de wilde karper.
De schubkarper Deze karper is goed te herkennen aan zijn grote schubben, zijn donkere olijfgroene rug en zijn bronzen glanzen. Zijn snuit is iets donkerder gekleurd en aan de bovenlip bevinden zich vier baarddraden. De bovenlip is als het ware uitschuifbaar en stelt de vis in staat om in de modder te snuffelen. D.m.v. de baarddraden en zijn velen miljoenen smaakpapillen in zijn bek filtreert hij de voor hem eetbare delen er tussen uit. De rest (wat voor hem niet eetbaar is) komt door de kieuwen weer naar buiten. De karperbek
De schubkarper
De boeren- of wilde karper Een echte wilde variant van de schubkarper is de boerenkarper. Deze twee soorten worden vaak door elkaar gehaald terwijl ze vrij gemakkelijk uit elkaar te houden zijn. De boeren- of wilde karper is in vergelijking met de schubkarper veel langer van postuur. Ook kenmerkt deze karpersoort zich door het bijzonder strijdlustig vechten onder de hengeltop. Over het algemeen worden boerenkarpers niet zo groot als hun andere soortgenoten, ze wegen zelden zwaarder dan 10 pond en zijn in onze Nederlandse wateren zelfs zeldzaam geworden.
De boeren- of wilde karper
De spiegelkarper Een wat zeldzamer soort is de spiegelkarper. Deze spiegelkarper is bij uitstek een gekweekte soort en zoals reeds eerder vermeld in het Oosten van Europa gekweekt voor consumptie. De spiegelkarper dankt zijn naam aan zijn af en toe schubloze patroon. Hier en daar een paar grote schubben verspreid over het lichaam maar voor de rest niets. Deze karpersoort groeit in vergelijking met de schub- en boerenkarper velen malen sneller. De groei van een karper is echter afhankelijk van een aantal factoren, te weten: Temperatuur Leefgebied (voldoende ruimte) Voedselaanbod van het water Gezondheid van de vis Indien al deze bovengenoemde factoren gunstig zijn, dan kan deze karper uitgroeien tot fenomenale afmetingen en gewichten.
De spiegelkarper
De leder- of naaktkarper Een variant die veel op de spiegelkarper lijkt is de lederkarper. Deze karpersoort heeft in tegenstelling tot de spiegelkarper alleen op de rug en bij de staartwortel een klein aantal schubben. Voor de rest heeft deze variant helemaal geen schubben. Om niet helemaal onbeschermd te zijn bezit deze karpersoort over een behoorlijk dikke huid. Dit is dan ook de reden waarom men deze karper ook wel lederkarper noemt.
De leder- of naaktkarper
De rijenkarper De rijenkarper lijkt in kleur en vorm veel op de spiegelkarper, met dit verschil dat de grote schubben nu netjes in één rij over de zijlijn van de vis staan.
De rijenkarper
Het gezichtsveld van de karper De zijdelings geplaatste ogen van de karper maken het mogelijk om snel op bewegingen te reageren, desondanks is zijn gezichtsveld beperkt en ziet hij weinig diepte.
Spijsvertering De karper heeft geen maag! Het enige wat hij heeft is een zeer lange darm waar zijn voedsel wordt verteerd. Het natuurlijke voedsel van de karper bestaat hoofdzakelijk uit insecten, larven, garnalen, mosselen en planten. De karper is dus in principe een zogenaamde "alleseter" .
Reuk en smaak Karpers kunnen zeer goed ruiken en proeven! Dit ruiken is echter niet te vergelijken met zoals wij dit doen. Boven de karperbek zijn een tweetal neusgaten te vinden waardoor water naar binnen stroomt. Middels dit stromende water kunnen karpers bepaalde geuren waarnemen. Voor waarneming van smaak bezit de karper over zogeheten smaakpapillen. Deze smaakpapillen zijn te vinden in het verhemelte maar ook in de baarddraden. Omdat deze smaakpapillen zo ruimschoots vertegenwoordigd zijn en hierdoor de karper ook goed in staat is om te proeven, maken wij karpervissers dan ook gebruik van diverse smaken aas. De paaitijd De paaitijd ligt normaliter zo tussen mei en juni. Het exacte tijdstip is voornamelijk afhankelijk van de watertemperatuur en weersomstandigheden. Tijdens de paaiperiodes zullen de karpers druk bezig zijn met dit ritueel en is dit een indrukwekkend schouwspel. In deze periode is het dan op sommige wateren ook vaak lastig om een karper te vangen, aangezien ze tijdens het paaien nagenoeg geen enkel oog voor voedsel hebben.
|
